Toeristische verhuur

Op de laatste raadsvergadering voor de jaarwisseling stond het voorgestelde beleid voor toeristische verhuur op de agenda; eind november was dit al besproken in de commissie EFB (Economie, financiën en bestuur).

We schreven eerder over het raadsvoorstel, zie hier. Toeristische verhuur bestaat uit bed and breakfast (verhuur van een deel van de woning terwijl de verhuurder zelf aanwezig is) en vakantieverhuur (verhuur van de hele woning bij afwezigheid van de bewoner). Het nieuwe beleid is vooral van betekenis voor het laatste, en maakt daarvoor – onder voorwaarden – maximaal 60 dagen verhuur mogelijk.

Bij de behandeling in de raadscommissie waren er twee insprekers. Een B&B eigenaar agendeerde de minimale oppervlakte per persoon (14 m2), die ze te veel vond voor een B&B. Een omwonende van een permanent verhuurd achterhuis met eigen ingang dat los van de aanwezigheid van de eigenaar van het voorhuis werd verhuurd en daardoor overlast gaf aan de buurt, vond dat dit niet onder de regels van een B&B kon vallen. Vanuit de wethouders werd aan beide insprekers toegezegd naar hun bezwaren te kijken bij de uitwerking van het voorstel naar beleidsregels.

In de raad overheerste de tevredenheid van fracties dat er nu beleid komt en daardoor uitwassen rond vakantieverhuur kunnen worden voorkomen en woningen beschermd worden, maar wel kleinschalige vormen van overnachting voor een specifieke doelgroep mogelijk worden gemaakt. D66 vroeg zich nog wel af of er zo niet een te romantisch beeld werd geschetst over die doelgroep: een deel van de airbnb toeristen zijn gewoon mensen die een zo goedkoop mogelijke overnachtingsmogelijkheid zoeken.

Discussie was er over de maximale termijn dat vakantieverhuur wordt toegestaan. Een amendement van D66 om de voorgestelde 60 dagen terug te brengen naar 30 dagen – waar ook BBN samen met Zuidpoort en De Oude nieuwe Delf voor pleitten -, dat samen met de PvdA en Hart voor Delft werd ingediend, is helaas niet aangenomen, en kreeg alleen steun van de indieners. Een aantal andere fracties stemde niet voor omdat er nu – volgens de gemeente – nauwelijks overlastmeldingen waren over airbnb (iets wat de tweede inspreker had genuanceerd: mensen klagen niet als ze weten dat de gemeente toch niets tegen de verhuur kan doen); daarom vonden ze het geen bezwaar om maximaal 60 dagen toe te staan. Opnieuw een bewijs hoe belangrijk het is om overlast niet alleen bij de veroorzaker, maar ook bij de gemeente te melden.

D66 bracht wat ons betreft terecht in dat 30 weekenden verhuur voor buren echt overlast kan geven (“je zal er maar naast wonen”), en er een risico is dat verhuur toch een businesscase wordt. Dat laatste werd ook door Hart voor Delft onderstreept. De PvdA gaf aan het belangrijk te vinden het nieuwe beleid eerst voorzichtig in te steken, en daarom maximaal 30 dagen aan te willen houden. Andere fracties gingen hier niet in mee, al twijfelde CU die niet wil dat een woning een verdienmodel wordt en benadrukten SP en CDA dat er een evaluatie of een termijn van 60 dagen niet teveel is moet plaatsvinden. Wethouder Vollebregt gaf aan in zo’n evaluatie mee te gaan; wel vond hij aan dat dit niet te vroeg moest – vanwege corona. Na evaluatie zou – als nodig – besloten kunnen worden tot verdere aanscherping van het beleid.

Voor BBN is het belangrijk dat er nieuw beleid komt voor de verhuur van hele woningen, maar vinden we het teleurstellend dat direct al 60 ipv 30 dagen vakantieverhuur wordt toegestaan. Dan wordt het verhuren een verdienmodel, met risico op ontduikingsconstructies van de verplichting dat er iemand woont op het adres. En de gemiddelde Delftenaar is echt niet langer dan 30 dagen per jaar op vakantie. De discussie in de raad leert verder weer hoe belangrijk het is bij overlast dit altijd ook bij de gemeente te melden, naast de overlastgever of de eigenaar er op aan te spreken.

Vergelijkbare berichten