Enquête parkeren
Met als aanleiding het op het RIS verschijnen van de Parkeerstrategie en het ontwerp Mobiliteitsprogramma 2040, hebben we een enquête onder de leden gehouden, waarin als belangrijkste onderwerpen parkeren en mobiliteit de revue passeerden. De belangrijkste resultaten over het onderdeel parkeren.
Reacties
BBN heeft momenteel ruim 330 leden. Sommige partnerleden gebruiken hetzelfde mailadres en een enkel lid heeft geen mailadres; de enquête is naar iets meer dan 300 mailadressen verstuurd. Met een respons van 105 heeft meer dan een derde van de leden in een week tijd gereageerd.
De tweede auto in de garage
Van de leden geeft 17% aan twee of meer auto’s te hebben; 14% heeft geen auto. De rest heeft een auto.
De maatregel dat een tweede auto voortaan in een parkeergarage geparkeerd moet worden, vindt 62% een goede maatregel.
De mensen die twee auto’s hebben, denken hier wat anders over. Ruim een derde hiervan vindt dit een goede maatregel, een derde vindt het geen goede maatregel. Bij de andere hangt het van de uitwerking af (o.a. prijsstelling en gegarandeerde plek worden genoemd). De voorstanders geven aan voor minder auto’s op straat te zijn, deze maatregel is daar een begin voor. De tegenstanders betwijfelen de noodzaak: het gemiddelde aantal auto’s per huishouden neemt af, waarom dan deze ‘overbodige’ maatregel, er is nu geen issue in het parkeerbeleid. Anderen stellen voor andere groepen te weren: het tegengaan van oneigenlijk gebruik, het betaald parkeren (inclusief de dagkaart) in de binnenstad voor bezoekers op te heffen, zodat parkeren in de binnenstad alleen voor vergunninghouders (en hun eventuele bezoekers) wordt. Diverse mensen noemen als kritiekpunt dat de parkeergarage te ver van huis is. En er is angst voor hogere kosten.
Ook niet iedereen van de groep zonder tweede auto vindt het een goed plan. De kosten zijn hoog, het nut is beperkt. Om hoeveel auto’s gaat het nu eigenlijk? Wel probleem los je op? Verder lopen en meer betalen is demotiverend; daar is door diversen kritiek op. Meer betalen is straffen, beter te verleiden noemen diverse mensen. De garage moet goedkoper zijn. Verder is er kritiek op de plek van de huidige garages: de afstand is te groot, tenzij er een nieuwe garage komt. En wordt gesteld dat veel huishoudens zonder tweede auto niet goed kunnen functioneren.
Anderen vinden het juist wel een goed plan: goed om leegstaande ruimte in parkeergarages te benutten. Ook wordt genoemd dat dit de consequentie is die hoort bij keus om in de binnenstad te wonen. Verder hopen mensen dat de parkeerdruk voor de rest daarom omlaag gaat, al wordt dit ook betwijfeld. Een ander voert aan dat minder of geen auto’s in de binnenstad meer loop- en beweegruimte voor binnenstadbewoners betekent, en goed is voor de veiligheid voor jong en oud, speelgelegenheid op straat oplevert, meer ruimte voor groen en de luchtkwaliteit in de binnenstad verbetert.
De eerste auto
57% van de mensen in de enquête heeft een vergunning om een eerste auto op straat te parkeren, dat is twee derde van de mensen met een of meer auto’s. De rest parkeert op een andere wijze. 2% geeft aan een vergunning te hebben in de marktgarage. De mensen zonder vergunning hebben vaak op eigen terrein parkeergelegenheid, of elders een plek in een garage gekocht (o.a. Paardenmarkt). Een enkeling gebruikt alleen de bezoekersvergunning.
We hebben gevraagd of mensen eventueel overwegen een garagevergunning aan te schaffen. Van de 56 mensen geeft 11 aan ja, 21 misschien en 24 nee.
Degenen die ja zeggen koppelen daar wel voorwaarden aan: de prijsstelling wordt vaak genoemd, en de voorwaarde dat het concreet wat oplevert in de openbare ruimte in de directe omgeving (geen auto voor de deur). Ook dat men kan blijven laden en lossen. Verder moet er altijd plek zijn in de garage. Als positief punt wordt hiernaast door enkele mensen de veiligheid genoemd.
Degenen die misschien zeggen, komen met vergelijkbare voorwaarden. Altijd een gegarandeerde plek wordt weer genoemd, acceptabele kosten; diversen noemen als voorwaarde dat de mogelijkheid als nodig wel bij huis te kunnen parkeren blijft bestaan. Verder het belang dat de parkeerplek voor het huis dan leeg blijft. De afstand is een zorgpunt. Ook hier noemt een enkeling veiligheid als pluspunt.
Voor degenen die nee zeggen is voor velen hét argument de (grote) afstand. Overwegingen rond sociale veiligheid in de avonduren en als het donker is, maar ook de leeftijd en gezondheid spelen daar bij diverse mensen een rol bij. Ook vanuit mensen die de auto soms gebruiken wordt de afstand genoemd: juist omdat andere mobiliteit dan geen optie is. Sommige mensen zien de noodzaak niet: er is in de praktijk hebben geen parkeerprobleem bij hen in de buurt. Als de plek betekent niet parkeren op straat, voorzien mensen problemen als anderen steeds de straat blokkeren als ze willen laden en lossen.