Het nieuwe Delftse Geluidbeleid is teleurstellend

Het college heeft recent het nieuwe gemeentelijke geluidbeleid naar de raad gestuurd. Het Geluidbeleid bestaat uit twee delen. Het eerste deel is het Actieplan geluid 2025 – 2028. Dit gaat over de bestaande geluidsknelpunten in de stad en richt zich op uitvoeringsmaatregelen om de bestaande knelpuntlocaties aan te pakken. Het tweede deel bevat de Beleidsregels voor afwijken van de standaardwaarden geluid. Dit deel bevat beleid voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Omdat er in onze buurt geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien beperken wij ons hier tot het Actieplan Geluid 2025 – 2028.

Geluidsnormen
Het Actieplan Geluid 2025-2028 is opgesteld in het kader van de Europese richtlijn Omgevingslawaai (Richtlijn 2002/49/EG). Deze richtlijn is geïmplementeerd in onze eigen wetgeving. De richtlijn richt zich vooral op het vaststellen van de geluidsituatie, het beheersen van het geluid en waar nodig het verlagen van het geluid in de leefomgeving. De gemeente Delft kan alleen maatregelen treffen op wegen waarvan Delft de wegbeheerder is. Voor de snelwegen is de rijksoverheid wegbeheerder, voor de provinciale wegen is dat de provincie Zuid-Holland en voor de spoorwegen is dat Prorail.

De gemeente moet een geluidsnorm stellen, de zogenaamde drempelwaarde, waarboven de gemeente actie moet ondernemen. De GGD adviseert voor het geluid van wegverkeer een waarde van 50 dB (Lden) en 40 dB (Lnight) of lager op de gevel van een gebouw. Onder deze waarden wordt slechts een beperkt percentage hinder en slaapverstoring verwacht. Lden staat voor ‘Level day-evening-night’. Dit is de geluiddosismaat voor het berekende jaargemiddelde geluidniveau op een plaats door een geluidsbron over alle perioden van 07.00–19.00 uur, van 19.00–23.00 uur en van 23.00–07.00 uur. Lnight staat voor ‘Level night’. Dit is de geluiddosismaat voor het berekende jaargemiddelde geluidniveau in de nachtperiode (23.00-07.00 uur).

In het Actieplan Geluid 2025-2028 is de drempelwaarde voor het stedelijk wegverkeer gesteld op 65 dB Lden en 55 dB Lnight, dus duidelijk hoger dan het GGD-advies. In het voorgaande Actieplan geluid 2020 – 2022 waren de drempelwaarden 68 dB Lden en 58 dB Lnight.

De geluidsbelastingskaarten
De geluidsbelastingskaarten geven de geluidssituatie weer. De geluidbelastingkaarten moeten eenmaal in de vijf jaar worden geactualiseerd. De huidige kaart voor Delft is van het jaar 2021. De in de geluidsbelastingskaart opgenomen geluidbronnen zijn gecumuleerd tot één waarde voor Lden.

Het linkerdeel van de figuur hierboven geeft de geluidsbelasting in de binnenstad en omgeving. Dit betreft niet alleen het geluid van verkeer op gemeentelijke wegen, maar ook dat van de rijksweg en de provinciale weg. De kaart heeft ook de geluidsbelasting door de industrie, zie de rode vlek op het DSM-terrein. Bij circa 3.700 woningen in Delft is de geluidsbelasting als gevolg van gemeentelijke wegen hoger dan de drempelwaarde van 65 dB Lden en 55 dB Lnight. Het betreft 22 zogenaamde knelpuntlocaties. Het rechterdeel van de figuur hierboven geeft de knelpuntlocaties in de binnenstad en omgeving. Nummer 1 betreft de Wateringsevest. Nummer 17 is Oude Delft – Noordeinde.

Geluidsreducerende maatregelen
Per knelpunt wordt een locatiespecifiek onderzoek uitgevoerd. Bij de keuze van maatregelen wordt als voorkeursvolgorde aangehouden 1. bronmaatregelen, 2. overdrachtsmaatregelen en 3. maatregelen bij de ontvanger.

Bronmaatregelen. Bronmaatregelen zijn maatregelen die het ontstaan van geluidhinder voorkomen of beperken. Maatregelen betreffende banden, motoren en uitlaten van motorvoertuigen, om daarmee de geluidemissie te verlagen, kunnen gemeenten niet treffen. Er werd lang gedacht dat door de groei van het aantal elektrische auto’s de geluidsoverlast ook zou afnemen. Recente studies laten zien dat dit effect minder sterk is dan in eerste instantie gedacht. De reden hiervoor is dat de elektrische auto’s vaak groter en zwaarder zijn. Hierdoor worden de banden van de auto’s ook breder en neemt het bandengeluid toe. Alleen bij hele lage snelheden (lager dan 30 km/uur), zijn elektrische auto’s duidelijker stiller.

Een veel toegepaste bronmaatregel is het aanleggen van een geluidreducerend wegdek. Hierdoor wordt het geluid dat vrijkomt via de banden gereduceerd. Het effect van een geluidreducerend wegdektype is afhankelijk van het type wegdek. Er zijn steen- of splitmastiekasfalt (SMA)-varianten die een geluidreductie van 1,5-2,5 dB hebben ten opzichte van standaard asfalt. Ook met een dunne deklaag kan geluidreductie worden bereikt en wel van 2-4 dB. Welke asfalttype toegepast kan worden hangt af van de lokale situatie. Een dunne deklaag is bijvoorbeeld minder goed bestand tegen wringend verkeer en is dus minder goed toepasbaar bij wegvakken met veel kruispunten. Op een wegvak met wringend verkeer is het daarom beter om een SMA-achtige variant met geluidreducerende eigenschappen toe te passen. Wanneer standaard asfalt wordt vervangen door gebakken klinkers dan is er geen geluidreductie, maar juist een toename van het geluid. De toename kan 2 tot wel 5,5 dB zijn. Een paar jaar geleden is het asfalt op de Nieuwe Plantage vervangen door gebakken klinkers. Vanuit geluidsoverlast gezien was dit dus geen goede actie. Wordt standaard asfalt vervangen door geluidreducerende klinkers dan kan dat een geluidreductie tot 2 dB opleveren. Geluidsreducerende klinker zijn betonnen klinkers met een geluidsadsorberende toplaag.

Ook snelheidsverlaging is een bronmaatregel. Hiermee wordt niet alleen het bandengeluid gereduceerd maar bij lage snelheden ook het motorgeluid. Grofweg kan worden gesteld dat bij behoud van hetzelfde wegdek het geluid afneemt met circa 3 dB als de snelheid wordt verlaagd van 50 km/uur naar 30 km/uur of van 70 km/uur naar 50 km/uur.

Overdrachtsmaatregelen. Zijn bronmaatregelen (redelijkerwijs) niet mogelijk, dan kan er gekeken worden naar maatregelen tussen de geluidbron en de ontvanger. Dit kan een geluidscherm of geluidswal zijn. Hierbij geldt de vuistregel: hoe dichter het geluidscherm of -wal bij de bron staat, hoe effectiever de maatregel. Langs drukke doorgaande wegen zijn geluidschermen of geluidswallen een optie om de geluidbelasting bij woningen te verlagen. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt, ruimtebeperking of vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid zijn elders in de stad schermen en wallen niet gewenst.

Maatregelen bij de ontvanger. Mochten bron- en overdrachtsmaatregelen niet voor de gewenste geluidreductie zorgen dan kunnen (eventueel aanvullend) maatregelen bij de ontvanger worden toegepast. In een bestaande situatie is een maatregel bij de ontvanger vaak een geluidwerende voorzieningen aan de woning.

In de planperiode 2025-2028 wordt de knelpuntlocatie Wateringsevest aangepakt in combinatie met de reconstructie van de kruising met de Nieuwe Plantage. Voor de locatie Oude Delft – Noordeinde is nog geen tijdstip bepaald.

En de andere vormen van geluidsoverlast dan?
Op 1 juli 2024 heeft de gemeente in het Stadhuis een avond voor de bewoners van Delft georganiseerd over geluidsoverlast met de volgend wervende tekst:
Op welke plekken in de stad ervaar je geluidsoverlast? En waar moet een stille plek in de stad aan voldoen? Met het Omgevingsprogramma geluid wil de gemeente het huidige goede kwaliteitsniveau in stand houden. En verbeteren waar dat nodig is. De gemeente gaat hierover graag met bewoners in gesprek”.
Op de avond waren ongeveer 35 mensen aanwezig. Een groot deel van de aanwezigen bestond uit bewoners uit de binnenstad of net daarbuiten. Zij waren zeer teleurgesteld omdat de avond alleen bedoeld bleek om te praten over geluidsoverlast door verkeer. Dit terwijl de meeste mensen waren gekomen voor andere vormen van geluidsoverlast door zoals dat van horeca, ondergrondse containers, Owee-week,, evenementen, studenten, buren, BBQ-plaatsen, speeltuinen en bouwlawaai. Uiteindelijk konden deze vormen van overlast wel worden geuit inclusief een mogelijke manier van aanpak. Dit is opgenomen in bijlage 4 van het beleidsdocument met de toevoeging ”De opgehaalde input die buiten de scope van het Geluidbeleid vallen geven waardevolle informatie voor toekomstig beleid. Het college zal op dat moment dan ook een integrale afweging maken, waarbij de aangedragen geluidproblemen en oplossingen onderdeel van zijn.” Hieruit spreekt weinig ambitie om de hiervoor genoemde andere vormen van geluidsoverlast, de meeste reeds vele malen eerder opgebracht, op korte termijn daadwerkelijk aan te pakken. Teleurstellend.

Voor het nieuwe Delftse Geluidsbeleid klik hier.

Vergelijkbare berichten