De Delftse Participatie Aanpak bij de Omgevingswet
Ruimtelijke plannen die omwonenden overkomen als ze al volledig zijn uitgetekend. De gemoederen kunnen dan hoog oplopen. En de gemeente moet alsnog overuren maken. Recente voorbeelden: het restaurant aan de Paardenmarkt, de dansschool aan de Buitenwatersloot en de beoogde supermarkt aan de Kruisstraat.
Met de nieuwe Omgevingswet kan dit alleen maar vaker gebeuren. Die wet kiest namelijk meer dan nu voor het altijd snel mogelijk maken van initiatieven; procedures om van plannen af te wijken worden als regel ingekort tot 8 weken. En B&W beslissen, en de raad is formeel geen partij.
Participatie in de Omgevingswet
Ook de Tweede Kamer maakte zich zorgen over de gebrekkige aandacht voor bewonersinbreng. Door het Tweede Kamerlid Albert de Vries van de PvdA is daarom bij de behandeling van de Omgevingswet een amendement ingediend, om participatie te bevorderen. Dat is gebeurd door de aanvrager van een vergunning hier primair een rol in te geven. Straks moet een aanvrager van een omgevingsvergunning bij de aanvraag gegevens over participatie van en overleg met derden verstrekken. Doet de aanvrager dat niet, dan kan de vergunning worden geweigerd. Welke regels hiervoor precies gelden, moet nog nader worden bepaald: er komt nog een ministeriële regeling die in het algemeen regels geeft over de door de aanvrager te verstrekken gegevens en bescheiden.
Hiermee is de situatie weer recht getrokken met die van de andere instrumenten uit de Omgevingswet waaronder de omgevingsvisie en het omgevingsplan: hier bevat de wet al wel een regeling dat participatie moet plaatsvinden.
Delftse Participatie aanpak
De gemeente Delft heeft participatie actief opgepakt, en – mede op basis van de ervaringen – besloten meer aandacht te gaan schenken aan hoe omwonenden en andere belanghebbenden vroegtijdig betrokken kunnen worden bij dit soort ontwikkelingen. Hieruit is een concreet voorstel voorgekomen, de zogenaamde Deftse Participatie Aanpak, ‘Delfts Doen’. Dit voorstel is in de commissie Ruimte en Verkeer van 16 mei 2017 besproken, en er bleek breed draagvlak voor. Deze werkwijze zal straks verplicht worden als de Omgevingswet – de opvolger van de Wet ruimtelijke ordening – in werking gaat treden. Al eerder gaat de gemeente er mee oefenen: o.a. bij het opstellen van de omgevingsvisie voor Delft (daar is de gemeente dan zelf initiatiefnemer) en bij concrete projecten (waaronder De Staal).
De Omgevingswet gaat er vanuit dat de initiatiefnemer verantwoordelijk is voor participatie. In Delft betekent dat, dat de stappen uit ‘Delfts Doen’ gezet moeten worden bij nieuwe initiatieven waarvoor een omgevingsvergunning nodig is en initiatieven waarvoor het omgevingsplan moet worden aangepast. Hieronder zijn de spelregels zoals opgenomen in de notitie van de gemeente opgenomen:
Spelregels Delfts doen
1. Zelf aan zet | Wilt u aan de slag met een idee of plan voor verbetering van uw buurt of de stad ? Als initiatiefnemer organiseert u hiervoor zelf de participatie met behulp van [de Delftse Participatie Aanpak]. Deze aanpak helpt u ook op weg met een reeks handige hulpmiddelen.
2. Breng in beeld | Bepaal vooraf wie belang kunnen hebben bij uw initiatief en breng wet en regelgeving in beeld zodat u weet waaraan uw idee of plan moet voldoen. (bijvoorbeeld de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan)
3. In gesprek | Ga in gesprek met alle belanghebbenden. Doe dit open en actief.
4. Goede afspraken | Maak samen met belanghebbenden afspraken over het proces dat u wilt doorlopen, de samenwerking, de betrokkenheid van partijen tijdens vervolgfasen en niet te vergeten over de kaders van uzelf, van belanghebbenden en de wettelijke.
5. Deel | Wissel in gesprek alle ideeën, overeenkomsten en knelpunten uit.
6. Werk uit | Werk uw initiatief uit tot een conceptplan en schrijf een toelichting waarin u aangeeft wat u heeft gedaan met de ideeën en belangen.
7. Toets | Toets het conceptplan en de toelichting bij de belanghebbenden en maak het definitief.
8. Leg vast | Maak een verslag van alle acties die u heeft ondernomen én de resultaten ervan (stap 1 t/m 7). Deel dit verslag met alle mensen die u heeft betrokken en andere belanghebbenden.
9. Dien aanvraag in | U bent klaar om een aanvraag voor een omgevingsvergunning in te dienen. Voeg bij uw aanvraag uw definitieve plan én het verslag dat u heeft gemaakt.
Bij een groter initiatief kan het nodig zijn dat u stap 3 tot en met 7 één of meerdere keren herhaalt, om samen met betrokkenen tot een goed plan te komen.
De resultaten van deze acties moeten in een verslag verwerkt worden, dat door de initiatiefnemer samen met de aanvraag voor een vergunning wordt ingediend.
Hierna volgt het formele besluitvormingstraject door de gemeente, met de formele mogelijkheden van bezwaar en beroep. Bij de besluitvorming toetst de gemeente of de participatieaanpak volledig en juist is doorlopen en of er voldoende aan belangenafweging is voldaan.
veelbelovend
BBN is blij met de aandacht voor het thema participatie, waar de gemeente Delft een voortrekkersrol heeft gekozen. De uitgangspunten van de aanpak zijn veelbelovend, en vormen hopelijk in de toekomst een filter voor initiatieven waar onvoldoende draagvlak voor is. Bij de eerste experimenten en de verdere uitwerking zijn er wat ons betreft twee belangrijke aandachtsvelden: hoe borg je dat niet alleen participatie heeft plaatsgevonden, maar ook de inhoud goed is. En een tweede: hoe kan de gemeenteraad betrokken worden bij de beslissing over een initiatief? Voor dat laatste helpt de wetgever vooralsnog niet, omdat de Omgevingswet weging ruimte laat aan de gemeenteraad. Kan Delft ook hier een voortrekkersrol kiezen – de wetgever heeft immers het laatste woord nog niet gezegd.
Zie hier voor een schematische weergave van de methode.
geplaatst op
25 mei 2017