Sommige onderwerpen blijven terugkomen, en de incidentele festiviteiten regeling is er zo een. Er is weer nieuws te melden.
Hoe zat het ook al weer?
Het betreft een landelijke regeling, die lokaal in de APV uitgewerkt is, die het mogelijk maakt dat ‘inrichtingen’, dat wil zeggen instellingen die vallen onder het Activiteitenbesluit milieu, bijvoorbeeld horecabedrijven, een aantal keren per jaar meer geluid produceren dan normaal het wettelijk maximum aan hinder voor omwonenden mag zijn. Het is vooral relevant voor die bedrijven die akoestisch slecht geïsoleerd zijn, waardoor het muziekgeluid onvoldoende binnen blijft. Die kunnen dan toch een aantal keren per jaar binnen een band laten spelen. In Delft – en daarin gaat onze gemeente verder dan veel andere gemeenten – wordt de regeling ook gebruikt om versterkte muziek op het terras buiten toe te staan. De regeling geldt in de hele stad, dus niet alleen in de binnenstad en voor alle inrichtingen. Dus ook bijvoorbeeld voor het café op de hoek, maar ook voor een bedrijfskantine waar een personeelsfeest wordt gevierd of een school.
Behandeling evaluatie in raad
De raadsvergadering op 5 maart, waar de evaluatie van de IF regeling werd besproken, werd gekleurd door een voorafgaande uitgebreide lobby vanuit muzikanten en horeca om Delft ‘bruisend’ te maken en veel meer toe te staan. Stip en SP hadden hiertoe moties ingediend. Een aantal partijen in de raad meende toen met een compromis te moeten komen, met resultaat: er werd een motie aangenomen om de frequentie te verhogen (eens in 3 weken), mits de geluidsnorm iets naar beneden zou worden bijgesteld (van 75 naar 70 dB(A)). Het werd door de indieners als een compromis gezien tussen de nadrukkelijke wens vanuit de horeca om vaker festiviteiten te kunnen organiseren, en de mening vanuit de bewonersorganisaties dat er geen aanleiding is de eerdere afspraken open te breken. Lees hier meer over deze discussie. Vanuit BBN waarderen we dat deze partijen niet meegingen in de eenzijdige voorstellen van SP en Stip.
Vervolg
Om het nieuwe stelsel in te voeren moet de APV worden aangepast. De APV wijziging stond aanvankelijk op de hamerstukkenagenda, maar werd toch geagendeerd voor de commissievergadering van de commissie EFB op 2 juni.
Op 29 mei stuurde KHN een brief naar de commissie, waarin ze aangaf niet achter de aangenomen motie te staan en deze niet als een compromis te zien (lees hier).
Tijdens de behandeling in commissie op 2 juni kwam deze brief uitgebreid aan bod. Uiteindelijk besloot de commissie de eerder aangenomen motie terug te draaien. De regeling blijft nu zoals op basis van de evaluatie was voorgesteld. Dat betekent maximaal eens in de vier weken een incidentele festiviteit, en mits tenminste 10 dagen voorafgaand aan de festiviteit gemeld aan de gemeente en aan de direct omwonenden, en mits de geluidsproductie niet meer is dan 75 dB(A) en 80 dB(C) op de gevels van nabijgelegen woningen. BBN had zich al veel eerder neergelegd bij deze evaluatie, niet omdat het omwonendenbelang niet beter behartigd kon worden, maar omdat de evaluatie het resultaat was van een zorgvuldig en evenwichtig proces. KHN heeft ruim twee maanden na het aannemen van de motie op 5 maart en een paar dagen voor de commissievergadering van 2 juni gemeld de inhoud van de motie af te wijzen, meer flexibiliteit te willen, maar daar geen dB(A)-verlaging tegenover te willen stellen. Het vertrouwen in KHN als overlegpartner heeft bij ons een deuk opgelopen. En, luisterend naar de commissievergadering, zijn we daar niet de enige in.