De 3-30-300 regel voor bomen

De 3-30-300 regel is uitgedacht door de in Wageningen opgeleide groen-expert Cecil Konijnendijk van den Bosch, nu directeur van het Nature Based Solutions Institute in Canada. Deze regel richt zich op de cruciale bijdrage van stadsbomen en andere stedelijke natuur aan gezondheid en welzijn. De vuistregel houdt rekening met het feit dat verschillende aspecten een rol spelen bij het succes van stedelijk groen. Konijnendijk heeft een wetenschappelijke publicatie op stapel staan waarin de stelregel onderbouwd wordt. Deze is binnenkort te lezen in het Journal of Forestry Research. Wij zullen de regel toelichten en daarna bezien in hoeverre het BBN-gebied aan deze regel voldoet.

De 3-30-300 regel
3 bomen zichtbaar vanuit elk huis. De eerste deel van de regel betekent dat iedereen vanuit zijn huis minstens drie bomen (idealiter van behoorlijke omvang) moet kunnen zien. Onderzoek toont het belang aan van groen, zichtbaar en in de directe omgeving, voor de mentale gezondheid en het welzijn. Gedurende de pandemie is het belang van bomen en groen in tuinen in de directe nabijheid nog eens onderstreept omdat mensen gebonden waren aan hun huis en buurt.

30 procent bladerdek in elke buurt. Studies hebben een verband aangetoond tussen het bladerdek en koeling, een beter microklimaat, mentale en fysieke gezondheid, en mogelijk ook het verminderen van luchtvervuiling en lawaai. Door meer groene buurten te creëren, moedigen we mensen ook aan om meer tijd buiten door te brengen en beter te passen op hun buurt (wat op zijn beurt de sociale cohesie bevordert).

300 meter van het dichtstbijzijnde park of groene ruimte. Niemand mag meer dan 300 meter van een park of groene ruimte wonen waar je kunt recreëren. Veel studies onderstrepen het belang van de nabijheid van en gemakkelijke toegang tot hoogwaardige groene ruimtes die voor recreatie kunnen worden gebruikt. Als afstand wordt vaak een wandeling van 5 minuten tot 10 minuten genoemd. Het Europees bureau van de Wereldgezondheidsorganisatie adviseert een maximale afstand van 300 meter tot de dichtstbijzijnde groene ruimte (van minimaal 1 hectare). Dit stimuleert het recreatief gebruik van groen en dat heeft op zijn beurt positieve invloed op zowel de lichamelijke als geestelijke gezondheid.

Hoe zit het met de 3-30-300 regel in ons gebied?
3 bomen zichtbaar vanuit elk huis. Voor de meeste huizen in ons gebied klopt het dat er zicht is op 3 bomen aan voor of achterkant. Dat komt mede door de vele bomen langs de grachten. Bomen moeten om schade te voorkomen wat afstand houden tot huizen en ondergrondse kabels en leidingen en de hulpdiensten moeten de straat in kunnen. Daardoor kunnen in hele smalle straten zoals Visstraat en Hoefijzersteeg geen bomen worden geplant. Ook het gebied Anna Boogerd, Vernieuwde Boogerd, Kleine Boogerd heeft weinig mogelijkheden om in de openbare ruimte extra bomen te planten. Dit gebied kent overwegend eengezinswoningen met een achtertuin(tje). Dit geeft de bewoners de kans om daar een boom te planten.

30 procent bladerdek in elke buurt. In Delft is gemiddeld 29% van het oppervlak bedekt met bladerdek. Hierbij is alleen gekeken naar de verstedelijkte buurten, dat wil zeggen meer dan 500 inwoners die daardoor het predicaat “stedelijk” hebben. Buurten zoals het Delfts Hout zitten hier dus niet bij. De buurt met het hoogste percentage in Delft is de Aart van der Leeuwebuurt met 62%. Onze buurt zit met minder dan 20% jammer genoeg duidelijk onder de gewenste 30%.

300 meter van het dichtstbijzijnde park of groene ruimte. Er zijn drie grote groene ruimtes in ons gebied namelijk het plantsoen langs de Nieuwe Plantage, de groenstrook langs de Schie en de Doelentuin. De laatste voldoet niet aan norm van minmaal 1 hectare, maar dat maakt de plek niet minder aantrekkelijk om te recreëren; alleen de stoeltjes zitten zo slecht. In ons gebied vindt gelukkig iedereen binnen 300 meter groene ruimte om te recreëren.

Conclusie
De 3-30-300 regel is een op zich eenvoudige regel die goed controleerbaar is. Vanuit de meeste huizen in ons gebied zijn 3 bomen zichtbaar aan voor of achterzijde. Alle bewoners in het BBN-gebied vinden binnen 300 meter van hun huis een park of groene ruimte om te recreëren. Met de 30 procent bladerdek in de buurt is het echter niet goed gesteld. Dit komt niet zozeer door het gebrek aan bomen maar door de vele “schriele” bomen die de laatste jaren bij vervanging langs de grachten worden geplant. Op de foto boven het artikel ziet u links een oude grachtenboom en rechts een zeven jaar (!) geleden geplante nieuwe grachtenboom.

De bovenstaande figuur afkomstig uit de BomenMonitor van Cobra Groenzicht geeft van de bomen in onze buurt de projectie van de boomkruin weer. Ook hieruit blijkt de geringe kruinmaat van de meeste grachtenbomen in ons gebied. Vandaar dat BBN zich al tijden sterk maakt voor meer “echte” grachtenbomen in ons gebied.

Het nieuwe college heeft meer groen nadrukkelijk hoog in het vaandel staan. We gaan graag het gesprek aan hoe dat te bereiken. Een betere grachtenboom zou hier onderdeel van moeten zijn.

Vergelijkbare berichten