Nieuwe Beheervisie openbare ruimte: met minder nemen we genoegen?
De openbare ruimte faciliteert de bewoners en bezoekers van Delft. De openbare ruimte moet prettig en veilig aanvoelen, een ruimte zijn waarin gebruikers zich kunnen verplaatsen en waarin ze kunnen en willen verblijven. De openbare ruimte in de binnenstad maakt daarbij ook onderdeel uit van het toeristisch aanbod van Delft.
De openbare ruimte is ook een belangrijk kapitaalgoed. De gemeente zorgt voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Hiertoe heeft het college recent de Beheersvisie openbare ruimte naar de raad gestuurd. Het stuk geeft aanleiding tot zorgen want:
- de onderhoudsniveaus worden zonder kwalitatieve of kwantitatieve onderbouwing verlaagd;
- de financiële consequenties van de Beheersvisie zijn niet bepaald.
Verlaging onderhoudsnormen
De Beheervisie openbare ruimte is volgens zijn eigen omschrijving:
Een integrale visie op het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Met deze visie geven we invulling aan de afspraken met de raad over kwaliteitsniveaus, gedifferentieerd beheer en de verschillende transities waar Delft voor staat, en hoe deze te faciliteren en kansen te benutten.
Als gevolg van de bezuinigingen zijn het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in Delft sinds 2011 op een minimum gebracht. In de nieuwe Beheervisie wordt zonder kwalitatieve of kwantitatieve onderbouwing gesteld dat deze tijdelijke verlaging van de onderhoudsniveaus ten opzichte van wat voordien was afgesproken in de Visie Openbare ruimte uit 2009 nu definitief wordt. Ook wordt geen eerder onderzoek genoemd waaruit blijkt dat de verlaging van de onderhoudnormen niet heeft geleid tot een lagere waardering van de burgers en de bezoekers van de kwaliteit van de openbare ruimte. De onderhoudsniveaus worden nu overeenkomstig de CROW kwaliteitsniveaus gesteld op:
- Binnenstad en het Agnetapark op niveau B.
- Begraafplaatsen op niveau A.
- Overige delen van de stad op niveau C.
Wat is de kwaliteit van de openbare ruimte?
In de Beheersvisie openbare ruimte zijn effectindicatoren ‘Goede openbare ruimte’ benoemd, waaruit moet blijken of het beheer op orde is, zie onderstaande tabel afkomstig uit de Beheersvisie.

(detail: deze tabel bevat ook de indicatoren Aantal kg huishoudelijk restafval per inwoner en % Scheiding afval. Dit verbaast ons, want huisvuil komt in het geheel niet aan de orde in de Beleidsvisie).
In de toelichting bij de tabel staat dat voor het meten van de effectindicator “% van de inwoners dat tevreden/neutraal is over de openbare ruimte” gebruik wordt gemaakt van het Delft lnternet Panel (DIP). De uitkomsten van het DIP staan op de gemeentesite, Het bovenstaande percentage van 78 % is daar niet terug te vinden. In de factsheet Leefbaarheid in Delftse wijken 2017, gebaseerd op de Omnibus enquête, staat wel onderstaande figuur. Uit deze figuur moet geconcludeerd worden dat de Delfts inwoners lang niet altijd tevreden zijn over het onderhoud van de openbare ruimte in hun wijk. De tabel is lastig te vergelijken met het streefcijfer van 78%, want daarin tellen ook de mensen die ‘neutraal’ zijn over de openbare ruimte mee. Erg transparant allemaal niet…

De gemeente meet ook zelf de kwaliteit van de openbare ruimte. Een keer per twee weken wordt, op basis van een steekproef, het kwaliteitsniveau van bepaalde plekken in de openbare ruimte in de wijken gemeten. De wijze waarop staat beschreven in bijlage 1van de Beheersvisie. De beoordeling bestaat uit het vergelijken van de verschillende kwaliteitsniveaus met de realiteit op straat. Tot ca een jaar geleden stond op de gemeentesite een kaart van Delft met daarop de gemiddelde beeldkwaliteit in de buurten op basis van deze steekproeven. Het is ons niet bekend waarom deze kaart van de site is verdwenen.
Financiële consequenties
De Beheersvisie noemt vele nieuwe ontwikkelingen op het gebied van beheer en onderhoud zoals de verdichtingsopgave, inclusieve openbare ruimte, klimaatadaptatie, energietransitie, circulaire economie, bodemdaling en grondwater, mobiliteitstransitie, biodiversiteit, erfgoed. Er wordt gesteld dat de bestaande budgetten voor beheer en onderhoud geen tot onvoldoende ruimte bieden om deze ontwikkelingen in de openbare ruimte te betalen.
Tevens wordt aangegeven dat door de grote bezuinigingen, die gedurende de crisis zijn bereikt door het beheer en onderhoud op een minimum niveau uit te voeren, de pieken in het groot onderhoud en de vervanging eerder te verwachten zijn. De financiële consequenties hiervan zijn nog niet bepaald.
Mening BBN
In de Beheersvisie openbare ruimte wordt zonder kwalitatieve of kwantitatieve onderbouwing gesteld dat de tijdelijke verlaging van de onderhoudsniveaus nu definitief wordt. Dat is opmerkelijk, zeker als je in het voorwoord van wethouder Huijsmans leest
“Het behouden of zelfs het versterken van die prettige leefomgeving is ook de reden waarom deze Beheervisie Openbare Ruimte is opgesteld”.
De beslissing die verlaging definitief te maken is dus niet gefundeerd maar betekent dus achteruitgang van de belevingswaarde van de openbare ruimte en verloedering en uitwonen van de openbare ruimte. Hierbij moet in beschouwing worden genomen dat door het toenemend aantal inwoners en bezoekers van Delft, de openbare ruimte – zeker die in de binnenstad – steeds intensiever wordt gebruikt. Het verlagen van de onderhoudsniveaus kan ook leiden tot eerder noodzakelijk groot- en vervangingsonderhoud. De financiële consequenties hiervan zijn echter niet bepaald. De visie is dus incompleet en is daarom niet op zijn merites te beoordelen.
De Beheersvisie betreft de kaderstellende bevoegdheid van de raad, de grondslag hiervoor is te vinden in artikel 18 Onderhoud kapitaalgoederen van de Financiële verordening van de gemeente Delft. Wij hopen dat de gemeenteraad niet instemt met de Beheersvisie, maar eerst vraagt om een kwalitatieve en kwantitatieve onderbouwing van de voorgestelde verlaging van de onderhoudsniveaus, de gevolgen hiervan voor de tevredenheid van inwoners, de gevolgen voor de aantrekkelijkheid van de binnenstad en de financiële consequenties van de verlaging van de onderhoudsniveaus voor het groot- en vervangingsonderhoud.
Voor de Beheersvisie openbare ruimte zie hier.