|

DIP-enquête over mobiliteit: hoe past de binnenstad?

Delft is bezig met een nieuw mobiliteitsplan. Hierbij worden onder meer de resultaten van de recent gehouden DIP-enquête gebruikt.Wat staat daarin voor de binnenstad?

Het Delft Internet Panel (DIP) is een vaste groep mensen die met enige regelmaat wordt benaderd door de gemeente met het verzoek om een mening te geven over Delft. De panelleden krijgen via e-mail een uitnodiging om een internetvragenlijst in te vullen over allerlei Delftse zaken.

Het DIP is in maart/april 2018 ingezet om een beeld te krijgen van de door Delftenaren gebruikte vervoersmiddelen voor verplaatsingen binnen de stad en de regio. De resultaten worden gebruikt bij het opstellen van het nieuwe Mobiliteitsplan Delft 2040. Het mobiliteitsplan Delft 2040 bestaat uit 3 delen: 

  • Deel A: samen met bewoners, organisaties en bedrijven worden de ambities van het mobiliteitsbeleid in kaart gebracht (tweede kwartaal 2018 gereed)
  • Deel B: met verdiepende analyses van het verplaatsingsgedrag en de verkeerssystemen worden de effecten op bereikbaarheid, veiligheid en duurzaamheid in Delft op de lange termijn in kaart gebracht (tweede kwartaal 2018 gereed). 
  • Deel C: in dit deel formuleert de gemeente precies wat zij gaat doen op het gebied van Mobiliteit in Delft. Dit moet eind derde kwartaal 2018 klaar zijn. 

Onderstaand de belangrijkste resultaten van de DIP-enquête gezien vanuit het perspectief  van de binnenstad.

Verplaatsingen binnen Delft

Uit figuur 1 (klik op de figuur voor een vergroting) blijkt dat sinds 2010 gemiddeld gezien de verdeling naar auto, fiets, openbaar vervoer en lopen binnen Delft niet wezenlijk veranderd is. In 2018 is het aantal verplaatsingen per auto (bestuurder of passagier) 23% en met het openbaar vervoer 3%. Opvallend is dat lopen gestegen is van 21% in 2014 naar 27% in 2018; het hoogste percentage sinds 2004. Deze stijging is ten koste van fietsen gegaan: 52% in 2014 naar 46% in 2018.

Verplaatsingen naar de binnenstad

Uit figuur 2 (klik op de figuur voor een vergroting) blijkt dat het aandeel auto’s (bestuurder of passagier) in de verplaatsingen naar de binnenstad in 2018 met 8% duidelijk minder is dan de 23% gemiddeld die geldt voor heel Delft, zoals blijkt uit figuur 1. Dit verschil van 14% vertaalt zich in 9% meer fietsen en 5% meer lopen naar de binnenstad dan voor geheel Delft. Het aantal verplaatsingen met het openbaar vervoer is 4%.
Het fietsen naar de binnenstad is in 2018 duidelijk lager dan in 2014 en het lopen is juist toegenomen. Dit is overeenkomstig de ontwikkeling voor geheel Delft zoals blijkt uit figuur1.

Uit figuur 3 (klik op de figuur voor een vergroting) blijkt dat vanuit de wijken die het verste van de binnenstad liggen, namelijk Tanthof, Voorhof en Buitenhof, men het meeste met de auto en het openbaar vervoer en het minst met de fiets of te voet gaat. Het aandeel openbaar vervoer is met 14 à 16% veel hoger dan het gemiddelde voor heel Delft namelijk 4%. Vanuit de wijk die het dicht bij de binnenstad ligt, Hof van Delft, gaat men het minst met de auto (3%) en het openbaar vervoer (0,3%) en het meest lopend (37%).

Vaker met de fiets of het openbaar vervoer
Aan de respondenten is gevraagd of de gemeente Delft iets kan doen om ervoor te zorgen dat zij binnen de regio en binnen Delft vaker de fiets of het openbaar vervoer gaan gebruiken. Er werden onder andere de volgende suggesties gedaan.

Suggesties om vaker de fiets te pakken:

  • Betere en veiligere fietspaden: effen wegdek, asfalt, bredere fietspaden, ruimte voor fietsen in de Binnenstad, kruispunten veiliger maken, obstakels verwijderen en hek langs water (gracht), goede verlichting op fietspaden, meer aandacht voor veiligheid fietspaden, fietspaden zonder tegenliggers, onveilige situaties rondom Spoorzone bouwwerkzaamheden verhelpen (onduidelijke omleidingen met slecht wegdek), Binnenstad meer autoluw.
  • Betere fietsparkeervoorzieningen: meer stallingsvoorzieningen (in de Binnenstad, bij het station), voldoende stallingen voor vastzetten van de fiets/fietsnietjes, meer (gratis) bewaakte stallingen, ruimere en droge stallingen, kans op diefstal verkleinen.
  • Verkeersregels beter handhaven.

Suggesties om vaker het openbaar vervoer te pakken:

  • Betere verbindingen en aansluiting tussen bussen, trein en tram (bereikbaarheid ziekenhuis, station, TU-wijk, Delft-Zuid, Binnenstad verbeteren).
  • Bus vaker laten rijden, elk kwartier/elke 10 minuten, met name in de avond en in het weekend.
  • Bussen weer laten rijden, er is geen OV meer in de buurt, meer opstapplaatsen.
  • Makkelijker je fiets kunnen stallen op Delft CS.
  • Goedkoper OV, of gratis maken (voor 65-plussers).
  • OV duurt nog te lang, auto blijft het snelst.

Conclusies
Van de verplaatsingen naar de binnenstad vindt 8% per auto plaats, men komt overwegend per fiets of lopend; slechts 4 % komt met het openbaar vervoer. De 8% per auto is niet alleen weinig  in verhouding met de andere vormen van vervoer, maar is ook veel lager dan de 23 % gemiddeld in Delft. Zij die met de auto naar de binnenstad komen zijn overwegend afkomstig uit de wijken die het verst van de binnenstad liggen. Dit zijn ook de wijken die nu het meest met het openbaar vervoer naar de binnenstad komen. Fietsen en lopen is voor deze wijken door de afstand een minder alternatief.  Wil men bereiken dat er minder mensen met de auto naar de binnenstad komen, los van de vraag of het huidige percentage van 8% wel een probleem vormt, dan ligt versterken van het openbaar vervoer in Delft het meeste voor de hand. Het versterken van het openbaar vervoer zal dan ook leiden tot een hogere bezetting van buslijn 61 in de binnenstad.

Vergelijkbare berichten