Verbetering waterkwaliteit stagneert
Hoogheemraad Ingrid ter Woorst heeft in 2015 tijdens een BBN-bijeenkomst verteld over de werkzaamheden van Delfland. Het deel ‘zorg voor waterkwaliteit’ deed zij aan de hand van de waterkwaliteitsrapportage 2014. Kortgeleden is de rapportage 2016 verschenen. Vergelijking van beide rapportages leert dat er helaas weinig voortgang is geboekt.
Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft recent de waterkwaliteitsrapportage 2016 aangeboden aan de gemeenteraad van Delft. Uit de rapportage blijkt dat de waterkwaliteit van sloten en vaarten onvoldoende is. Eerdere verbeteringen stagneren nu; de waterkwaliteit in 2016 is vergelijkbaar met die in 2014. De hoogste normoverschrijdingen voor meststoffen en bestrijdingsmiddelen doen zich voor in de glastuinbouwpolders. In het oppervlaktewater zijn 21 bestrijdingsmiddelen aangetoond die de norm overschrijden. Er is zelfs een middel in het water aangetroffen dat al enkele jaren niet meer is toegelaten. De conclusie van Delfland is dat communicatie in het verleden onvoldoende tot meetbaar schoner water heeft geleid en dat een dat een proactieve attitude bij tuinders dringend noodzakelijk is. De tijd dringt omdat politiek en beleid deadlines hebben gesteld. Daarom is er een plan van aanpak opgesteld. De inhoud van het plan van aanpak wijkt daarbij niet essentieel af van de aangekondigde maatregelen in de rapportage over 2014, wel is de toon een stuk fermer.
In de rapportage 2014 was er een apart hoofdstuk gewijd aan de zwemwaterkwaliteit. In de rapportage 2016 ontbreekt het hoofdstuk. Zwemwaterkwaliteit komt ook elders niet in de rapportage voor. Het is niet duidelijk waarom. Nieuw in de rapportage is een apart hoofdstuk over kroos. Gezien de grote kroosvorming de afgelopen jaren is dit een goede zaak.
Onderstaand wordt kort ingegaan op het plan van aanpak glastuinbouw en op het onderwerp kroos.
Plan van aanpak glastuinbouw
Delfland zet in op samenwerking, advies, gebiedsgericht meten en handhaven. Informerend en communicerend wil Delfland komen tot een groter ‘waterbewustzijn’. Daar waar nodig staat zij individuele tuinders bij met expertise ter wille van coöperatieve, innovatieve oplossingen, bijvoorbeeld op het punt van voorzuivering. Per polder wordt de waterkwaliteit nader onderzocht. Handhavers van Delfland helpen tuinders bij het scannen van hun kassen op ongewenste emissies en adviseren bij hun streven naar schoon water.
Daarnaast overlegt Delfland met andere partijen om bij te dragen aan de oplossing. Een voorbeeld hiervan is het Afsprakenkader Emissieloze Kas waarin gemeenten, glastuinbouw (LTO Glaskracht) en waterschappen zijn vertegenwoordigd. Maar uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid bij de tuinbouw-ondernemer zelf. Een (collectieve) voorzuivering alleen is niet voldoende; als de kas ‘lekt’, blijft de waterkwaliteit onder de maat. Het controleren op ongewenste ‘lekkages’ moet daarom routine zijn. Ter ondersteuning zal Delfland de waterkwaliteitscijfers nog transparanter, actueler en gebiedsgerichter maken.
Kroos
Kroos is een verzamelnaam voor drijvende plantjes die zich vooral voortplanten door te delen. Omdat kroos enkel kan groeien op in het water opgeloste meststoffen, groeit het vooral snel wanneer de gehalten aan stikstof en fosfaat hoog zijn. Doordat kroos aan het oppervlak drijft heeft het weinig concurrentie om licht. Wanneer het een dichte deklaag gaat vormen en het wateroppervlak afsluit, kan er geen licht meer in het water vallen en is er geen uitwisseling van zuurstof met de atmosfeer meer mogelijk. Daardoor verdwijnt veel leven onder het kroos.
Delfland kent 10 soorten kroos. Een kroosdek is een mix van verschillende soorten, waarin één of enkele soorten massaal voorkomen. Twee soorten kroos zijn zeldzaam en een groeit onder het wateroppervlak, en deze zijn daarom niet relevant binnen de context kroosoverlast. De andere 7 soorten komen veel voor en dragen bij aan kroosdekken. Bultkroos (Lemna gibba), dwergkroos {L. minuta) en groot kroosvaren (Azolla filiculoides) komen het meest voor.
Kroosdekken kunnen op twee manieren op een locatie ontstaan. Enerzijds kan er groei zijn van het kroos zelf op de locatie. Dit begint rond april, en de populatie groeit dan gestaag door tot de piek rond augustus. Anderzijds is kroos verplaatsbaar. Kroos verplaatst zich vooral via stroming (o.a. door het uitmalen) en wind, maar ook via watervogels kunnen nieuwe wateren gekoloniseerd worden. Onderstaand de situatie in de Vliet in november 2016 (bron: p. 30 rapportage).

In de zomer van 2016 is er overlast geweest in delen van Delfland, die maanden heeft aangehouden. Daardoor is er bij burgers en bestuur toenemende aandacht voor het onderwerp. Er bestaat echter nog geen normstelling ten aanzien van de hoeveelheid kroos. De huidige aanpak van kroos door Delfland bestaat vooral uit het reduceren van stikstof en fosfaat ten behoeve van de algehele verbetering van de waterkwaliteit. Er is een protocol om kroos te verwijderen wanneer de overlast voorbij het acceptabele gaat (vrijwel geen zuurstof in het oppervlaktewater, stankoverlast).
Gemeenteraad
De rapportage is door de gemeenteraad geagendeerd voor het Delfts Kwartiertje van 20 juni 2017 voorafgaand aan de vergadering van de commissie Ruimte en Verkeer.
Voor de hele rapportage klik hier