Een stukje geschiedenis: de dagopvang
In het voorjaarsnummer van Delf, cultuurhistories blad voor de regio Delft, staat een artikel over de Indische Buurt. Daarin staat: “In 2005 besloot de gemeente in de Surinamestraat een dagopvang van daklozen en verslaafden te vestigen. Om dat besluit aan te vechten richtten buurtgenoten de Belangenvereniging Onze Indische Buurt op.” De mogelijke vestiging van deze dagopvang voor daklozen en verslaafden aan de Vlamingstraat zorgde in het jaar daarvoor ook in onze buurt voor grote onrust. Een terugblik.
De gemeente Delft is al meer dan vijfentwintig jaar centrumgemeente maatschappelijke opvang voor de regio Delft Westland Oostland. Hieronder vallen de gemeenten Westland, Midden-Delfland en Pijnacker-Nootdorp. Doel van de maatschappelijke opvang is: onderdak en begeleiding bieden aan personen, die de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht (met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk) te handhaven in de samenleving. Hieronder valt ook de dagopvang van daklozen en verslaafden.
In 2002 ging de gemeente op zoek naar een alternatief voor de dagopvang voor daklozen en verslaafden die toen gevestigd was aan de Oostsingel 76, het laatste huis voor de Koepoortbrug. Het pand voldeed niet aan de eisen voor begeleiding van en activiteiten voor de doelgroep en de bestemming was niet conform het bestemmingsplan. Het gebruik van het pand was gelegaliseerd door middel van een tijdelijke vrijstelling van tweeënhalf jaar. In februari 2005 liep de vrijstelling af. Deze kon nog eenmaal verlengd worden voor eenzelfde periode onder de voorwaarde dat hard kon worden gemaakt dat de verhuizing naar een nieuwe locatie inderdaad kan worden gerealiseerd binnen die termijn.
Het programma van eisen van de dagopvang vroeg om 324 m2 gebouw en minimaal 36 m2 aan buitenruimte. De buitenruimte was bedoeld om verslaafden de mogelijkheid te bieden hun middelen te gebruiken. Ten aanzien van de locatiekeuze werd gesteld “Voor de dagopvang is situering in of nabij de binnenstad essentieel voor het bereiken van de doelgroep. Voorkomen moet worden rondzwerven, lange looproutes, dat minder gebruik wordt gemaakt van de voorziening met als gevolg dat de doelgroep minder in beeld is bij de begeleiding, minder deelneemt aan activiteiten en meer overlast in de (binnen)stad veroorzaakt. Het criterium in of nabij de binnenstad is uitgewerkt in twee cirkels gelegen op respectievelijk 500 meter en 1 kilometer van de Markt. De Markt omdat de doelgroep zich daar of in de directe omgeving veelal bevindt. 500 meter omdat deze afstand de strikte vertaling is van ‘in of nabij de binnenstad’. 1 kilometer is om het zoekgebied niet al te zeer in te perken.”
In 2004 werden diverse opties met motivatie voorgelegd gaan de gemeenteraad. Locaties zowel binnen als buiten de binnenstad, waaronder Hippolytusbuurt 15 en Vlamingstraat 44. Ten aanzien van Hippolytusbuurt 15 (Postkantoor) gaf de gemeente aan: “Inmiddels is duidelijk geworden dat het Postkantoor (de loketfunctie) medio 2005 zal verhuizen naar het Zuidpoortgebied. Wanneer de TPG elders gehuisvest wordt, dan voldoet het gebouw aan het programma van eisen van de dagopvang en zou middels verbouw de huisvesting gerealiseerd kunnen worden. De eigenaar van het pand, woningbouwcorporatie Vestia, staat niet per definitie afwijzend tegenover de mogelijke verkoop/verhuur ten behoeve van de dagopvang. Wel staat de huisvesting van de dagopvang op gespannen voet met de inzet ten behoeve van het bevorderen van de binnenstadseconomie noord. De locatie werd uiteindelijk niet in beschouwing genomen. Kijkend naar de ontwikkelingen op dat gebied denkt het college dat deze locatie het in de uiteindelijke weging niet zal worden.”
Ten aanzien van Vlamingstraat 44 (pand Leger des Heils) stelde de gemeente: “Het Leger des Heils is zich recent aan het oriënteren op de huisvesting in de Haaglanden regio, waaronder ook het pand in Delft. […] Aan het Leger des Heils is gevraagd of zij op kortere termijn hier een uitspraak over kunnen doen. Het Leger is hiertoe bereid en heeft deze vraag intern uitgezet.” De optie scoorde goed omdat er plaats was voor een gebruikersruimte op het terrein aan de kant van het Rietveld. De optie scoorde ook goed op het criterium. Het hebben van voldoende sociale controle in de omgeving. Hiermee werd bedoeld dat de Vlamingstraat en Rietveld woonstraten zijn met relatief veel mensen en verkeer op straat overdag en ’s avond en dat dit zou een positieve invloed zou hebben op de doelgroep en de mogelijke drugshandel. Bewoners van Vlamingstraat en Rietveldveld waren niet blij met deze optie. Zij verwachtten inderdaad overlast en drughandel en gaven aan dat dit in een woonstraat uit den boze is. Dit leidde tot uitgebreid en zeer gemotiveerd inspreken bij de behandeling van het voorstel in de raadscommissie.
Zoals eerder gezegd stond er juridische druk op het uiterlijk begin 2005 vinden van een alternatief voor Oostsingel 76 daar er anders een grote kans was dat de dagopvang per direct het pand moet verlaten. Het Leger des Heils kon niet op tijd antwoord geven op de vraag of de locatie Vlamingstraat 44 vrij zou komen en de keuze viel op de locatie Surinamestraat 1, het pand op de hoek met de Oostsingel. Hierbij werd aangetekend “Voor de Surinamestraat is een aandachtspunt dat het gebied vroeg in de avond stil wordt, waardoor sociale controle sterk afneemt. Dit kan echter worden opgevangen door een ronde na sluitingstijd om na te gaan of alle bezoekers de directe omgeving verlaten hebben.” De omwonenden en de bedrijven in de omgeving waren niet blij met de komst van de opvang, zie ook de foto van Kees Spiero (bron: SAD 57600) boven het artikel. En zoals hiervoor al aangegeven richtten zij zelfs een bewonersvereniging op. Hun bezwaar betrof niet zozeer de vestiging op zich, maar de houding van de gemeente, die de opvang opdrong zonder zich te houden aan haar eigen randvoorwaarden zoals maximaal 1 kilometer van de Markt. In 2007 werd het probleem opgelost, toen de gemeente en de vereniging een goede beheerstrategie hadden ontwikkeld, waaronder een alcoholverbod in de omgeving.
In mei 2022 werd de dagopvang in de Surinamestraat gesloten. Het aantal bezoekers bleek sterk terug te lopen omdat er steeds minder daklozen waren. Dit kwam doordat de instroom van daklozen lager was en doordat de begeleiding van cliënten naar een terugkeer in de maatschappij meer succes had. Een maand later werd het pand verbouwd om vluchtelingen uit Oekraïne te kunnen opvangen.